Het eiland Penang

Vanuit de koele Cameron hooglanden reizen we met bus en boot in 5 uur naar ons 1e eiland: Penang. Biertje! Niet alleen om deze mijlpaal te vieren, maar ook lekker nu het zweet weer van ons lijf afloopt.

We beginnen in de hoofdstad Georgetown en nemen ons entree in guesthouse Stardust (5 EUR per nacht, geen ramen en gezamelijke wc/douche). Georgetown kent weinig bezienswaardigheden en voetgangerspaden. Meestal loop je op de weg. Je voelt je daardoor opgejaagd.

's-Avonds eten we letterlijk op de weg. Onze onhandige capriolen met eetstokjes trekt de aandacht van onze gastheren. Na een korte cursus en daarna nog vele aanmoedigingen en, voor ons, onduidelijke tips wordt de lekkere noodles soup genuttigd.

De charme van Georgetown (onze lonely planet reisgids is wel enthousiast)is niet aan ons besteed. We pakken de bus naar een badplaats iets verderop het eiland:Batu Ferringhi.

Hoewel het eiland niet bekend staat om zijn prachtige stranden, valt het strand toch bij ons in de smaak. Ons Guesthouse (Baba) ligt bijna aan het strand.

Na een dagje strand gaan we de volgende dag naar een National Park. Het ligt aan zee en heeft een jungle zonder bloedzuigers. We maken een "hike" van 5 uurjes naar en terug van "monkey beach". Helaas op dit aapjesstrand géén aap gezien. Gelukkig zien we de apen nog wel op onze terugtocht. Die ene aap die we spotten blijken er al snel tientallen. Na wat foto's en uitwisseling van adressen vervolgt ieder zijn eigen reis ;-).